Eén van de trainingswetten is ‘specificiteit’. Oftewel, laat je training lijken op de situatie waar je voor traint. In de voorbereiding op een marathon hardlopen is dat heel gebruikelijk. Richting het einde van het trainingsschema kan je kiezen voor tempoblokken op jouw doeltempo. In de voorbereiding op een triathlon is dat toch wat minder makkelijk. Een zogeheten ‘brick training’ (lees hier een eerder artikel over) lijkt al veel op een triathlon, maar het is toch vaak lastig om het zelf te oefenen waarbij het ook echt op de wedstrijd lijkt. Dat is de reden dat we vanaf 6 april onze triathlon trainingen weer starten!
Hier vind je het volledige programma van de zomer 2021 in en rondom Amsterdam. Nu gaan we verder in op de details van 20 april!
De wintermaanden heb je waarschijnlijk aan het looponderdeel gewerkt door middel van techniek-, duur- en intervaltrainingen. Dan kan je denken: “ik ben klaar voor de triathlon!”. Dat kan in de praktijk vies tegenvallen. Na een fietsonderdeel zet je heel anders je eerste paar passen in vergelijking met de start van een ‘normale’ hardlooptraining. Technisch gezien kunnen er ook weer andere uitdagingen aan het licht komen. Een aantal bekende uitdagingen zijn 1) stimuleren van de strek keten, 2) ritme in de hardloopbeweging en 3) een gedegen inzet van de knie en arm. Daar zijn een aantal techniekaccenten voor om aan te werken die per persoon weer kunnen verschillen.
Het hardlopen na een fietsonderdeel kan heel andere accenten vragen om op te letten dan tijdens een aparte hardloopsessie waarin je niet vanuit een langdurige fietshouding start, aldus trainer Wouter Dijkshoorn.
In deze eerste triathlon training leggen we de focus op de hardlooptechniek na de overgang van een intensief fietsonderdeel. Door het maken van opnames en het proberen van verschillende techniekaccenten na het fietsen in zone 3 opbouwend tot zone 5 kom je erachter wat voor jou goed werkt. Zo creëer je een zo’n goed en efficiënt mogelijk looponderdeel richting de finish. Tevens trainen we deze avond flink de aerobe motor in het fietsen en lopen. De intensiteit gaat altijd in overleg op basis van belastbaarheid van de atleet. Tot slot word je (weer) handig de T2, oftewel de tweede wisselzone! Concreet: