Krachttraining voor duursporters
19/10/2022Essentieel, vetten in de sport!
24/10/2022Lenigheid voor duursporters
Net als een turner dient ook een duursporter lenig genoeg te zijn om zijn of haar sport goed uit te oefenen. Met ‘goed’ doelen we dan op blessurevrij bewegen en ook prestatiebevorderend te trainen. Eigenlijk is mobiliteit (ander woord voor lenigheid) een voorwaarde om te kunnen bewegen. Dat is logisch, je dient je knie te kunnen buigen om de zwaaifase van het hardlopen in te zetten. De mate van mobiliteit in minimum en maximum beïnvloedt de prestatie. In een ander artikel over krachttraining wordt dit al kort benoemd. Daaraan refererend, lenigheid is één van de grondmotorische eigenschappen (zie onderstaande afbeelding).
Minimale en maximale bewegingsuitslag
Wanneer een turner met heel veel bewegingsmogelijkheden door zijn sportachtergrond gaat hardlopen, is het risico op blessures groter door de eigenschap ‘lenigheid’. Er dient namelijk niet alleen een minimale bewegingsvrijheid te zijn, maar ook een maximum. Als je als sporter ’te lenig’ bent, kunnen er meer bewegingen plaatsvinden die niet bijdragen aan de sport specifieke beweging en daardoor ook tot blessures leiden. Het is dus belangrijk om met de atleet te kijken welke bewegingsvrijheid (lees ook lenigheid of mobiliteit) er nodig is voor de beweging. Een bekend voorbeeld is een hardloper die gaat zwemmen. Er is verdomd veel mobiliteit nodig voor het zwemmen met een ‘hoge elleboog’. Voor veel atleten op latere leeftijd is dit zelfs niet realistisch. Andersom kan een zwemmer die de overstap maakt naar hardlopen te maken krijgen met het probleem van de ‘slappe enkels’.
Visie & werkwijze Training Tweaks: wij kijken specifiek naar de sport en de atleet. Op basis daarvan beslissen we welke aanvullende oefeningen waardevol kunnen zijn om de lenigheid van de atleet te verbeteren. Met onze wekelijkse FKT training werken we ook aan de mobiliteit van het lichaam om zo goed belastbaar te zijn in de sport. Daarnaast zijn er specifieke oefeningen, vaak voorafgaand aan de training, om de training goed te doorlopen.
Conflicterende sporten of disciplines
Wat voor de ene sport goed is, kan voor de andere sport beperkend werken. In de triathlon is dat een voortdurende strijd. In het zwemmen is veel mobiliteit en ontspanning in het enkelgewricht waardevol. Zo kan de voet echt als een flipper fungeren. In het lopen is dat juist niet wenselijk. De juiste mate van ‘stijfheid’ zorgt dan juist voor de verhoging van de ‘leg stiffness’. Deze parameter is zeer bepalend voor het sneller kunnen hardlopen. Oftewel, er moet een basis gezocht worden waarbij het niet tot blessures lijdt en een zo’n goed mogelijke prestatie. Zo zijn in deze en andere sporten meer van die tegenstrijdige belangen wat de sport zo uitdagend maakt, ook voor de trainer!
Visie & werkwijze Training Tweaks: Bij ons staat het voorkomen van blessures voorop. Daar kijken we dus eerst naar. Vervolgens kunnen er keuzes gemaakt worden die de prestatie verbeteren. Een zeer sterke zwemmer adviseren we bijvoorbeeld meer te werken aan de ‘leg stiffness’ waardoor de zwemprestatie mogelijk iets verminderd wordt. Andersom gaat de loper op zoek naar zo veel mogelijk ontspanning kort voor het zwemmen. Die ‘moet’ echt oefeningen voor het zwemmen doen om ook die ontspanning tijdens het zwemmen te vinden. Dat maakt rekoefeningen voor het trainen zo waardevol.
Samenhang met coördinatie en kracht
De grondmotorische eigenschap ‘lenigheid’ hangt uiteraard samen met coördinatie en kracht. De mate van lenigheid kan makkelijker passief worden bereikt dan actief. Daarom dient de atleet met een verbeterde lenigheid ook direct te trainen op coördinatie en mindere mate kracht om ook die beweging direct goed uit te voeren. Zo wordt de sport specifieke beweging direct goed geoefend. Alleen het verbeteren van de mobiliteit is niet voldoende om de beweging te verbeteren.
Visie & werkwijze Training Tweaks: daarom kiezen we er vaak voor om mobiliserende oefeningen te combineren met spieracitverende oefeningen die zo veel mogelijk op de sport lijken. Op die manier wordt de coördinatie en kracht getraind. Het lichaam wordt dus op de ‘juiste spierspanning’ gebracht. Dit is vaak een lastige stap in het proces: van de juiste mobiliteit naar de juiste beweging. Dit wordt motorisch leren genoemd. Daarom zijn onze trainingen vaak ook van technische aard om dit te verbeteren. Daarna wordt pas de motor (lees: uithoudingsvermogen) getraind.
Spreekt dit je aan? Of ben je nieuw in een sport? Dan is het essentieel om hier serieus mee aan de slag te gaan. Ook daar kunnen we je bij helpen!